Ik wilde eigenlijk niet gaan; De repatriëring van Indische Nederlanders 1946-1964

Uitverkocht. Niet meer leverbaar.

Ik wilde eigenlijk niet gaan; De repatriëring van Indische Nederlanders 1946-1964 was bij verschijning in 1993 direct een succes, en de belangstelling bleef jarenlang bestaan.

Lilian Ducelle noemde het in Moesson (15 aug. 1993)

“Het beste boek ooit geschreven over ons afscheid dáár en het nieuwe begin hier”. ‘Uitverkoren’ door Vrij Nederland (17 juli 1993).

Ik wilde eigenlijk niet gaan is gebaseerd op de grote tentoonstelling ‘Thuisvaart’ (van Jan de Graaf en Arthur Meyer, met adviezen van Ellen Derksen) die in 1992 op de Pasar Malam Besar was te zien. De boekversie is samengesteld als een album, met heel veel foto’s en fragmenten uit interviews, waarin repatrianten het verhaal zelf vertellen. Dit persoonlijke relaas wordt voorafgegaan door een historische inleiding.

Uit de Inleiding: “Dat is één ding dat ons opviel: voor een onderwerp zo groot als de repatriëring moet je verbazend lang zoeken voor je een spoor vindt in bibliotheken of archieven. Er is weinig over vastgelegd, weinig van bewaard. Aan de ene kant is dat begrijpelijk: voor de meeste betrokkenen was de zogenaamde thuisvaart een traumatische, gedwongen verhuizing naar een land dat minder ‘eigen’ was dan men had verwacht. En hoewel men het — maatschappelijk, persoonlijk — in de loop der jaren beter heeft gekregen dan men toen had durven denken, blijft de herinnering aan de tijd van de repatriëring een pijnlijke. Armoede, kou, onbegrip — wie bewaart van zoiets nu momento’s? Ja, begrijpelijk. Maar ook jammer.

“Jammer, omdat de repatriëring niet alleen het verhaal vertelt van angstig vluchten, van verdrietig afscheid nemen, van een koude ontvangst, van discriminatie, van vele stappen terug doen op de maatschappelijke ladder — het is ook het verhaal van volhouden, doorzetten, van ‘alles opgeven voor de kinderen’, van aanpassen en toch het eigene bewaren, van maatschappelijk succes. En het is het verhaal verhaal van de bijdragen die honderdduizenden Indo’s aan de Nederlandse cultuur hebben gedaan: in de muziek, het eten, de taal en de literatuur. Zonder Indo’s was Nederland een witter, strakker, saaier land.”

In 1993 was Ik wilde eigenlijk niet gaan een groot succes bij pers en publiek. Binnen drie maanden was de eerste druk uitverkocht en moest een nieuwe druk op de persen gelegd worden.

Diny Schouten in Vrij Nederland (17 juli 1993):

“Het is een prachtig vormgegeven boek, waarvoor de samenstelsters terecht het woord ‘album’ gebruiken. De emigratie-geschiedenis van Indische Nederlanders wordt erin gereconstrueerd door getuigenissen van betrokkenen zeer zorgvuldig te bewerken tot korte fragmenten. Dat geeft een indrukwekkend effect: alsof je luistert naar gebarsten stemmen uit het verleden.”

Adriaan de Boer in de Volkskrant (10 juli 1993):

“..een mooi vormgegeven en geïllustreerd boekje, waarvan het hart gevormd wordt door een reeks anonieme, veelal aangrijpende citaten…”

Luc Panhuysen in Het Parool (21 augustus 1993):

“…een aangrijpend staaltje oral history…”

Orgaan van de Indische Pensioenbond:

“Een op overzichtelijke wijze ingedeeld boekwerkje, menselijk geschreven, gevoelvol maar zeker niet tragisch, eerder inspirerend en opbeurend, leerzaam, verrijkt door interessant en nog niet eerder gepubliceerd fotomateriaal. Eigenlijk een ‘must’ voor degenen die de zaak wat somber inzien en die hierdoor een hart onder de riem missen.”

Ik wilde eigenlijk niet gaan; De repatriëring van Indische Nederlanders 1946-1964, samengesteld door Siem Boon en Eva van Geleuken. 2e druk. Vormgeving: Arthur Meyer. 120 blz., rijk geïllustreerd, ook in kleur. ISBN 90-801433-1-6.

Comments are closed.