Dit schrijft de pers over ‘De Pasar Malam van Tong Tong, een Indische onderneming’

Hans Moll in NRC Handelsblad (12 augustus 2009): “boeiend en schitterend geïllustreerd”.

Magazine Archipel (zomer 2009): “Koning heeft vele betrokkenen gesproken en een enorme hoeveelheid geschreven bronnen bestudeerd, wat dit boek tot een uniek document maakt. De vele prachtige foto’s, die een mooi beeld geven van de Pasar Malam door de jaren heen, maken het helemaal af.”

Mark Moorman in Het Parool (13 juni 2009): “fraai boek”.

Jill Stolk in De Sobat (augustus 2009): “Historicus Florine Koning bezoekt in 2000 voor het eerst de Pasar Malam Besar in Den Haag en het blijft niet bij die ene keer. Tussen 2000 en 2008 is zij 96 dagen lang te vinden in de ‘Indische stad’, ziet en voelt er het intense leven en wordt nieuwsgierig naar het ontstaan van dit alles. Haar aanvraag bij Stichting Het Gebaar om de geschiedenis van de Pasar Malam Besar op te mogen tekenen, wordt gehonoreerd en de auteur gaat aan de slag. Het resultaat, binnen vier jaar tot stand gekomen, is een kloek boekwerk geworden, waarmee Koning laat zien dat ze de ‘Pasar’ heeft weten te verinnelijken. De Indische stad, de plaats die twaalf dagen per jaar echt bestaat, niet uit het gras verrezen maar in vijftien dagen degelijk opgebouwd, met de sfeer die je nooit precies met woorden uit kan leggen maar zelf moet voelen; deze sfeer is terug te vinden binnen de omslagen van De Pasar Malam Tong Tong, een Indische onderneming. Van de ‘Pasar’ live naar levensecht op papier!”

Vilan van de Loo in Den Haag Centraal (22 mei 2009): “In De Pasar Malam van Tong Tong, een Indische onderneming schetst historica Florine Koning op meeslepende wijze de geschiedenis van dit evenement. Tegelijk is het boek een subtiel antwoord op alle roddels en mythes over het festival, die zelfs in boeken te vinden zijn. Nu is de geschiedenis met eigen bronnen op papier gezet. Feiten, namen en gebeurtenissen kloppen deze keer. Een boek vol Indische geschiedenis in Den Haag, en daardoor ook Haagse geschiedenis. Maar vooral is het: Indisch.”

Lex Brückel, zoon van Mary Brückel-Beiten: “Wat een schitterend boek! Ik heb het bijna in een adem uitgelezen. Ik voelde een zekere trots bij mij opkomen als zoon van “De moeder van de Pasar Malam”. Het boek geeft mijns inziens op populair-wetenschappelijke wijze de geschiedenis van de Pasar Malam. De tekst getuigt ook van een professionele glasheldere aanpak.”

Thea Lans uit het organisatie-comité van de eerste Pasar Malam Tong-Tong: “Ik vind het een gedegen werk, wat een enorme historie, die je je pas realiseert als je alles wat er is gebeurd en zich heeft afgespeeld, nu overzichtelijk kunt lezen.”

Publicist Guus Cleintuar, betrokken bij de eerste edities van de Pasar Malam Tong-Tong: “Ik heb op alle vragen die ik aan een geschiedenis van de PMB zou kunnen stellen, bevredigende antwoorden kunnen vinden. Alle ontwikkelingen staan er in. De kleine en grotere tegenslagen en ook de crises, inclusief de manier waarop die het hoofd zijn geboden. De uitdagingen, kritieken en commentaren die vanuit de leiding aan de PMB (dus eigenlijk aan zichzelf) werden gesteld, maar ook die van buiten, vanuit het Indische en niet-Indische publiek kwamen, inclusief de manieren waarop met al die uitdagingen werd omgegaan. Ik heb kunnen meedenken en meevoelen, dus mee ondervinden het wel en wee, dat wil dus zeggen alle tegenslagen, maar ook de successen. Wat een nauwelijks te geloven triomf was het, dat de 50ste PMB kon worden gehouden. Ongelooflijk maar toch waar. En dit is nog niet eens het einde van de ontwikkeling! […] Het belang van de PMB samenvattend: De Pasar Malam Besar is een trait d’union geweest tussen Indische mensen binnen dezelfde generatie, maar was ook een verbindende schakel tussen de generaties.”

In Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde (editie 167-1, 2011), een uitgave van het wetenschappelijk instituut KITLV in Leiden, spreekt Harry Poeze over een “uitputtend onderzoek” en een “vlot verslag”. “‘Haar onderzoek was uitputtend; uit archivalia, interviews en verspreide publicaties stelde zij wat zij een studie noemt samen. Het levert een vlot verslag op dat in groot formaat is uitgegeven met zeer fraai fotomateriaal – bijna een koffietafelboek. Maar de geschiedschrijving is serieus. De Pasar begon als een familiebedrijf en beroemt zicht erop dat nog steeds te zijn. Natuurlijk stond Jan Boon (Tjalie Robinson) aan de wieg van de Pasar, maar zoon Rogier, schoondochter Ellen Derksen en kleindochter Siem Boon hebben dit evenement vervolgens vorm gegeven. Na de ontvlechting met het blad Tong-Tong weerspiegelden programmering en accentuering de wisselende appreciatie van het ‘Indische’. De nostalgie maakte plaats voor aandacht voor het moderne Indonesië, voor ‘verhollandsing’ en voor twijfel over de Indische cultuur – de weerslag van de tweede-generatieproblematiek. Historische tentoonstellingen, themadiscussies en literaire activiteiten kregen steeds meer ruimte, zodat de agenda nu enkele honderden van zulke evenementen telt. Het is een beurs, een festival, een ontmoetingsplaats, of in de definitie van Fridus Steijlen (p. 245): ‘Een stukje Indische grond voor de duur van twaalf dagen, waar Indische mensen trots op zijn en velen komen voor de herkenning en de sfeer.’ Florine Koning legt de geschiedenis van de Pasar aldus bekwaam vast.”

De Pasar Malam van Tong Tong, een Indische onderneming, door Florine Koning (2009). Vormgeving Marcel van den Berg en Sabrina Luthjens. Uitgever: Stichting Tong Tong. Paperback, ingenaaid, ISBN 978–90-78847-06-9, 276 blz. op groot formaat (24 x 30 cm), 270 illustraties. Mogelijk gemaakt door Stichting Het Gebaar. Prijs € 15,-.

Comments are closed.