Hella Haasse 1918-2011

Gisteren is Hella Haasse overleden, op 93-jarige leeftijd. Zij geldt als een van de bekendste en meest geprezen schrijvers van Nederland. Nederlands-Indië, waar zij werd geboren en tot haar achttiende jaar leefde, speelde een grote rol in haar werk.

Hella Haasse was Sobat-voor-het-leven van Stichting Tong Tong. Ook zat zij in het Comité van Aanbeveling van Stichting Tong Tong.

Al vanaf de vroegste jaren van de Tong Tong Fair, toen nog Pasar Malam Tong-Tong/Pasar Malam Besar geheten, maakte literatuur deel uit van het evenement en was ook Hella Haasse aanwezig in de boekenstand om haar boeken te signeren. In 2005 was zij nog samen met journalist Jan Blokker aanwezig in de Bengkel van de Pasar Malam Besar, t.g.v. de opening van de tentoonstelling ‘Bij de les’ van Museum Meermanno, gebaseerd op Haasse’s boek  ‘Bij de les. Schoolplaten voor Nederlands-Indië’. Het boek toont bijna veertig schoolplaten met Indische taferelen, tussen 1913 en 1940. Ruim 200 bezoekers persten zich in de Bengkel om een glimp van de gelauwerde schrijfster op te vangen.
In 2007 maakte Pamela Pattynama speciaal voor het Tong Tong Festival een gefilmd interview met Hella Haasse dat meermalen in het Bibit-Theater is vertoond.

Nederlands-Indië speelde een grote rol in het werk van Hella Haasse. ‘Oeroeg’ geldt als haar meest toegankelijke en populairste werk. De ‘Heren van de Thee’ is haar meest geroemde werk. Haasse gebruikte voor dit boek de archieven van de Asam Thee Onderneming Malabar, gelegen ten zuiden van Bandung. Vorig jaar verscheen nog een Engelse vertaling: ‘The Tea Lords’, die goed werd ontvangen.

Tjalie Robinson botste hard met Hella Haasse over haar debuut ‘Oeroeg’ (in cultureel tijdschrift ‘Oriëntatie’, juni 1948), maar zijn kritiek is slecht weergegeven door Rudy Kousbroek die de kwestie in de jaren negentig oprakelde. In de tweede- en derdehands weergaven van anderen die duidelijk Robinson’s recensie niet zelf gelezen hadden, werd Robinson’s kritiek vervormd tot een racistische uitsluiting van Hella Haasse op grond van haar ‘ongemengde afkomst’.
Aangezien Robinson al in 1974 was overleden, kon hij noch op zijn recensie terugkomen, noch zelf in discussie gaan met degenen die zo lang na dato de degen opnamen. De recensie van Robinson uit 1948 en de repliek van zijn kleindochter Siem Boon op de ‘aanval’ van Kousbroek werden gepubliceerd in de Pasarkrant (november 1993) en later in de bundel ‘Tjalie Robinson, de stem van Indisch Nederland’, beide uitgaven van Stichting Tong Tong.

Robinson’s impliciete bevestiging van Hella Haasse als Indisch meisje bleef vreemd genoeg onopgemerkt. Aan het begin van haar literaire carrière, in diezelfde recensie, spoorde hij haar aan: “Als ik haar een raad mag geven: schrijf de levensgeschiedenis van de kleine Hella. Hoe ze heeft gebikkeld in de koele achtergalerij, hoe ze kettingen heeft geregen van djalipitten of tjongklak gespeeld met het dochtertje van de djait.”

Met Hella Haasse is een van de grootste schrijvers van Nederland heengegaan. De erkenning voor haar werk was groot. Zij won onder andere de Constantijn Huygensprijs, de P.C. Hooftprijs, de Annie Romeinprijs, de Dirk Martensprijs en de NS Publieksprijs. In 2004 werd haar de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren toegekend. Ter gelegenheid van haar negentigste verjaardag in 2008, opende het Hella Haasse Museum, een virtueel museum over haar leven en werk.

Stichting Tong Tong dankt Hella Haasse voor een vriendschap van vele jaren en wenst haar selamat jalan.

Comments are closed.