Tropenecht; Indische en Europese kleding in Nederlands-Indië (1996), door Dorine Bronkhorst & Esther Wils, is het eerste boek over de kleedgewoonten in Nederlands-Indië en de speciale Indische kledingstukken als de sarong kebaja, de djas toetoep en de tjelana monjet.
Ruim 200 foto’s, de meeste afkomstig uit het unieke fotoarchief van het Indisch Wetenschappelijk Instituut en nooit eerder gepubliceerd, belichten de periode 1870-1950, d.w.z. van de hoogtijdagen van tempo doeloe tot aan het eind van Nederlands-Indië. Citaten uit romans, handboeken en tijdschriften, reclamemateriaal en fragmenten uit speciaal gevoerde interviews vormen andersoortig illustratiemateriaal. Na lezing van Tropenecht ziet men meer op oude foto’s, haalt men meer uit oude romans. Nu al een standaardwerk! In veel boeken over (het dagelijks leven in) Indië die sindsdien verschenen, staat Tropenecht in de literatuurlijst vermeld.
Mooi fotoboek over Indië
Tropenecht is het eerste boek over “Indische en Europese kleding in Nederlands-Indië”, zoals de ondertitel luidt. Maar is het daarom alleen een boek voor kostuumhistorici? In het geheel niet. “Kleding vertelt een verhaal”, zoals samenstelster Dorine Bronkhorst zei bij de overhandiging van het eerste exemplaar, in 1996, aan Rob Nieuwenhuys, “en Tropenecht vertelt een heel eigen verhaal over de mores en kleedgewoonten in Indië.” Het vertelt over de eigen manier van leven en dag-indelen in Indië, over de verhouding tussen de diverse bevolkingsgroepen, over de grote veranderingen die de koloniale samenleving van Indië kende, van de mestiezenhegemonie in het begin tot de mode van ‘het Westen’ tegen het einde — alles komt aan bod, in tekst en vooral in beeld. De meeste afbeeldingen werden nooit eerder gepubliceerd; meer dan de helft van de foto’s komt uit het unieke archief van het IWI, het Indisch Wetenschappelijk Instituut. Ook Sobats (donateurs van Stichting Tong Tong) en andere Pasargangers leverden veel materiaal.
Door de bijzondere uitvoering en vele foto’s is het een schitterend kadoboek.
Lovende recensies voor ‘Tropenecht’
Diny Schouten in Vrij Nederland (13 juli 1996):
“Tropenecht is als fotoalbum een uitvloeisel van een tentoonstelling die in 1994 te zien was op de zesendertigste Pasar Malam Besar in Den Haag, maar de ambitie van de samenstelsters hield meer in dan alleen een plakboek van het beeldmateriaal van toen, voorzien van wat ruimere onderschriften. Aan de uitbundige vormgeving (de gebonden versie heeft metalen beschermhoekjes, en een knippatroon voor een kebaja aan de binnenzijde van het schitterende stofomslag) is al te zien dat het boek uitdrukkelijk geen wetenschappelijke pretentie heeft. Van dat voorbehoud hebben Bronkhorst en Wils nadrukkelijk geen excuus willen maken, want ze laten er meteen, sympathiek, op volgen dat wèl naar zorgvuldigheid is gestreefd. […] Tropenecht geeft veel meer dan alleen een nostalgisch beeld van de kleren die in ‘Nederlands-Indië’ gedragen werden.”
Jan Blokker in de Volkskrant (13 juli 1996):
“De laatste zin van hun voorwoord luidt: ‘Wij wensen de lezer veel plezier en hopen dat hij — net als wij tijdens het werk — in dit boek interessante en soms ontroerende ontdekkingen zal doen.’ In wetenschappelijke publicaties zul je die combinatie van interessant en ontroerend niet gauw tegenkomen […]. Aan het eind van hun hoogst instructieve inleiding vragen Bronkhorst en Wils zich af of er van de ‘Indische mode’ na 27 december 1949 eigenlijk nog iets is overgebleven, en ze wijzen op iets dat in kringen van ‘Indische mensen’ nog altijd in ere wordt gehouden: ‘de strenge scheiding tussen huisdracht en uitgaanstenue’. En ze vervolgen: ‘In de huiskleding wordt nog geen brief gepost op de hoek van de straat, en de nette kleren worden bij thuiskomst zo snel mogelijk omgeruild voor het comfortabele huisgoed. Vooral de schoenen worden snel uitgetrokken; ook veel Indische jongeren doen dat nog.’ Wie aandachtig de tussenteksten en fotobijschriften in het album leest, zal over de periode 1870-1940 tientallen van zulke wetenswaardigheden tegenkomen — en inderdaad: niet alleen interessant, ook ontroerend.”
Rudy Kousbroek in NRC Handelsblad (26 juli 1996):
“Wat is er zo bijzonder aan Tropenecht, een boek over Nederlands-Indische tropenkleren, door Dorine Bronkhorst en Esther Wils? Het is, denk ik, dat je er aan kunt zien dat het met grote liefde gemaakt is. Het straalt er op een of andere manier vanaf: toen ik bij Van Stockum op de Pasar Malam zat te signeren kon ik zien hoe bezoekers het boek oppakten en er dromerig mee in hun handen stonden (en er, mag ik hopen, ook dromerig mee naar de kassa liepen). Uitvoering, afwerking, omslag, de keuze van de foto’s: het ademt zorg, al vanaf de Inleiding […].
“Zo’n lading tederheid voel je ook in veel van de andere foto’s: het moet wel (misschien onbewust) een criterium bij het selecteren zijn geweest. […] Je kijkt naar de gezichten en je denkt: O, daar was het; het is om in snikken uit te barsten, want het is er niet meer en het komt nooit nooit meer terug. […] Hoe gevoelig voor die sfeer moeten de samenstellers zijn geweest. […] Dat is, als je de foto’s goed bekijkt, hun kwaliteit: ze zijn gekozen met een trefzeker gevoel voor stijl.”
Remco Raben in Moesson (november 1996):
“De kracht van het fotografische beeld is veel groter dan dat van het geschiedverhaal of zelfs de roman. Bovendien bieden foto’s een essentiële aanvulling op de geschreven bronnen, die vaak voorbij gaan aan de werkelijkheid van alledag: de huiselijke omgeving, het voedsel en de kleding. “In Tropenecht wordt de geschiedenis bijna tastbaar. Op indringende wijze passeert een wereld ons oog die door steeds minder onder ons werkelijk is beleefd. De persoonlijke herinnering wordt geschiedenis. Dat dit geen verlies hoeft te zijn, bewijst dit boeiende, mooie boek.”
Surplus (jan./feb. ’97):
“Het verhaal wordt niet alleen door middel van foto’s en prenten verteld. De foto’s worden afgewisseld met citaten uit romans, memoires en instructieboekjes […], artikelen uit Indische tijdschriften als D’Oriënt, advertenties uit tijdschriften en catalogi, citaten uit interviews en brieven. Waar nodig werd dit aangevuld met helder geschreven teksten van de schrijvers zelf. De foto’s en bijschriften, de citaten en andere teksten vullen elkaar prachtig aan. […] De knappe combinatie van illustraties en teksten maakt dat ook de lezer die nooit in Indië is geweest en ook geen Indische familie heeft zich een helder beeld kan vormen van het dagelijkse leven van Europeanen in het vroegere Indië.”
Tessel Pollmann in Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden (jrg. 112, afl. 4, verschenen eind december 1997):
“Wie nu Daum leest, of Couperus, Friedericy of Marie van Zeggelen en zich afvraagt hoe de hoofdpersonen uit deze boeken zich kleedden, haaste zich naar het boek Tropenecht. Veel foto’s en beschrijvingen uit fictie, memoires, hoe-hoort-het-boeken, veel advertenties en veel aardige anekdotes en interviewteksten uit later tijd maken dit boek tot een document dat onmisbaar zal worden bij beschrijvingen van de levensstijl van toen.”
Tropenecht; Indische en Europese kleding in Nederlands-Indië
Auteur: Dorine Bronkhorst en Esther Wils. Met tekstbijdragen van Daan Wieman, John Verbeek, Siem Boon
Vormgeving: Arthur Meyer; lay-out: Sabrina Luthjens
168 blz., 24 x 30 cm, 220 foto’sTropenecht is verkrijgbaar in twee uitvoeringen:
paperback (ingenaaid, ISBN 90-801433-4-0) à € 15,- en
hardcover (gebonden, ISBN 90-801433-5-9) à € 22,-.
Sobatprijs resp. € 13,50 (paperback) en € 19,80 (hardcover).
Mogelijk gemaakt door VSB Fonds Den Haag e.o. en onze Sobats (donateurs).